STAP-budget belangrijke rol in beleidsopties voor doorontwikkelen talent en economische groei

Lees hier de beleidsopties die kunnen bijdragen aan het groeivermogen van de Nederlandse economie op de lange termijn, én die te maken hebben met het STAP-budget!

De Minister was verzocht deze beleidsopties aan de Kamer te sturen, zodat deze bij de formatie kunnen worden betrokken.

In deze verkenning zijn de beleidsopties voor groei nader uitgewerkt aan de hand van zes pijlers. Eén van deze pijlers is ‘Talent doorontwikkelen’ en hiervoor zijn in deze verkenning drie beleidsopties geschetst die kunnen bijdragen aan het groeivermogen van de Nederlandse economie op de lange termijn, én die te maken hebben met het STAP-budget!

Het gaat om deze drie beleidsopties:
 

Beleidsoptie: Verder uitbouwen van het STAP-budget
Korte omschrijving beleidsoptie:

‘Het STAP-budget waarbij werkenden en niet-werkenden op aanvraag een persoonlijk ontwikkelbudget kunnen krijgen van maximaal €1.000,- per jaar wordt per 1 januari 2022 ingevoerd. Het systeem biedt de mogelijkheid om na 1 januari 2022 het instrument, na vaststelling van effectiviteit en doelmatigheid, verder te ontwikkelen door voor bepaalde doelen of voor specifieke doelgroepen aanvullende middelen toe te voegen, waarbij rekening gehouden dient te worden met de uitvoerbaarheid. Het zou hierbij o.a. kunnen gaan om specifieke groepen zoals praktisch geschoolden waarvan bewezen is dat die het meeste baat hebben bij scholing en ontwikkeling. In lijn met verschillende voorstellen over leerrechten ligt een systeem voor de hand waarbij de hoogte van beschikbare middelen afhankelijk wordt gemaakt van reeds genoten (initieel) onderwijs.’

Inschatting financiële kosten: Afhankelijk van vormgeving tussen budgetneutraal en structureel €650 miljoen extra.

Beleidsoptie: Ruimere fiscale stimulans voor private ontwikkelbudgetten
Korte omschrijving beleidsoptie:

‘Werkgevers zijn bang voor naheffingsrisico’s als private individuele leer- en ontwikkelbudgetten buiten hun zicht worden benut. Dit staat een verdere groei van deze budgetten in de weg. Om sociale partners en werkgevers te stimuleren meer private individuele ontwikkelbudgetten ter beschikking van werknemers te stellen, kunnen fiscale mogelijkheden worden verruimd. Deze verruiming bestaat uit een vereenvoudiging in de toepassing van de gerichte vrijstelling voor scholingskosten (Wet op de loonbelasting 1964), door alle opleidingen die in het STAP-register worden opgenomen (en dus met het publieke individuele STAP-budget kunnen worden betaald) onder de vrijstelling komen te vallen. Kiest een werkgever of een werknemer met een private individuele leerrekening voor scholing die in dat STAP-register voorkomt, dan is de fiscale vrijstelling op voorhand gegarandeerd. Dit geldt dus ook voor de in het STAP-register opgenomen trainingen voor digitale en basisvaardigheden en persoonlijke ontwikkeling. De kosten van dit soort trainingen vallen op dit moment in het algemeen niet onder de vrijstelling.’

Inschatting financiële kosten: ca. €150 miljoen structureel.

Beleidsoptie: Stimuleren en ondersteunen van werkenden bij leven lang ontwikkelen en het creëren van een sterke leercultuur
Korte omschrijving beleidsoptie:

‘Om werkenden te stimuleren en ondersteunen bij scholing en ontwikkeling kunnen meerdere maatregelen worden genomen. Deze dragen allen ook bij aan het creëren van een sterkere leercultuur. Dit is een randvoorwaarde om werknemers meer te laten leren en ontwikkelen. De volgende maatregelen kunnen hiertoe genomen worden:

Om werkenden bewust te maken van de noodzaak en de positieve kanten van LLO, wordt een grootschalig communicatietraject (bijv. een landelijke publiekscampagne) opgezet.
Bedoeling is om het ontwikkeladvies STAP te richten op groepen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie, zoals lager opgeleiden of ouderen. Een volgend kabinet zou, gezien het belang om groepen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie te ondersteunen in hun leer- en ontwikkelvraag, na vaststelling van effectiviteit en doelmatigheid, ervoor kunnen kiezen additionele middelen vrij te maken voor ontwikkeladviezen aan specifieke doelgroepen zoals praktisch geschoolden en het stimuleren van deze groepen om de ontwikkeladviezen ook te benutten.
Er komt een landelijk programma om te bevorderen dat werknemers elkaar op de werkvloer stimuleren en ondersteunen bij scholing (cf. het model van leerambassadeurs). Er komen publiek gefinancierde faciliteiten voor het opleiden en begeleiden van deze werknemers. Er wordt gestuurd op een diverse groep, o.a. naar opleidingsniveau, leeftijd, migratieachtergrond, en bedrijfsgrootte.
Er wordt onderzoek gedaan naar effectieve interventies om proactief loopbaangedrag en de leerbereidheid bij werkenden te stimuleren. Dit krijgt o.a. vorm via pilots met effectmetingen.’
Inschatting financiële kosten: structureel €60 miljoen, of incidenteel €7-30 miljoen, afhankelijk van de vormgeving.

Wij zijn heel benieuwd of en hoe deze beleidsopties verder vorm krijgen in de plannen van een volgend kabinet en zullen je informeren als er weer nieuws is op dit vlak.